Let’s get personal
Hoe oud was je toen je begon met muziek?
Ik was al redelijk oud. Ik was 15-16 jaar.
Mensen vergeten wat voor een gekke tijd dat toen was. Er was geen internet dus informatie was moeilijk te pakken te krijgen. Ik kon ook niet naar een muziekschool, maar ik wou echt absoluut electrische gitaar spelen.
Mijn moeder had nog een klassieke gitaar op zolder liggen waar de kop was van afgebroken. Mijn vader had die gelijmd en die kreeg ik toen samen met een boekje in het Spaans met wat foto’s van akkoorden in.
Er stond wel niet bij hoe je de gitaar moest stemmen en je kon dat ook nergens opzoeken, dus het is mij nog steeds een raadsel hoe ik dat toen heb volgehouden. (lacht).
Wat heb je toen gedaan?
Met die klassieke gitaar schoot het niet op.
Ik had me in het hoofd gehaald dat ik een zwarte fender stratocaster moest hebben want ik had een concert van Pink Floyd en een concert van Clapton opgenomen op video en die speelden allebei op een zwarte strat.
Ik had uitgezocht dat squier de goedkope versie was, dus ben ik via de koopjeskrant op zoek gegaan naar zo’n gitaar met een versterker bij. Ik had er toen één gevonden voor 10000 belgische frank (wat me nu plots eigenlijk veel geld lijkt voor wat het was).
Hoe heb je dat dan betaald?
Ijsjes verkopen op de dijk en een zomer go-carts verhuren.
Toen ik aankwam bij die verkoper bleek het een Squier Katana te zijn, een mislukte futuristische flying V, maar ze was zwart en ik dacht ‘ik moet érgens beginnen’…
Er zat toen wel een stemkastje bij dus ik had een gitaar die ik al min of meer kon stemmen.
Had je die akkoorden uit dat boekje dan al onder de knie?
Op een gegeven moment kocht een vriend van mij een Duits muziektijdschrift en daar stond tablatuur in van ‘highway to hell’. Had ik dat niet tegengekomen, dan weet ik niet of het goed was gekomen. Toen ik dat zag dacht ik ‘hey, ik kan dat lezen, dat is met cijfertjes’ (lacht).
Het was toen echt: trek uw plan! Je weet van niets. Nu typ je het in op google en je bent vertrokken.
Kom je uit een muzikale familie?
Neen, helemaal niet.
Waar is het dan allemaal begonnen?
Het is allemaal wat begonnen op mijn 16e. Ik verhuisde van Oostende naar Antwerpen.
Wat heel belangrijk is gebleken, is de ‘Strings&Things’, bij Luc Van De Vijver.
Die was toen net opengegaan op Klapdorp en hij beschouwde mij precies als een soort aangenomen zoon.
Waarom weet ik niet want ik was 16 jaar, had een nektapijt en zag er 12 uit (lacht).
Hij vond het waarschijnlijk grappig dat ik daar altijd was.
Ik zat daar vaak op het trapje te kijken naar al die bluesmannen die daar toen binnen kwamen.
Hij noemde mij ook altijd ‘kleine’. Gans Antwerpen heeft mij leren kennen als ‘de kleine’. Er zijn mensen uit die periode die mij nog steeds zo noemen.
Via Luc leerde ik toen iemand kennen die op zoek was naar backliners.
Dat was voor de firma van Boogie Boy, die leverden backliners bij concerten.
Het eerste concert waar ik mocht gaan werken was Tom Jones in de Elisabethzaal.
De camion komt toe, je haalt de flightcases eruit en je duwt die tot het podium. Dat heb ik wel even gedaan.
Van Prince op Werchter, naar Vorst Nationaal, Bob Dylan, David Bowie, … Ik kreeg daar toen 2000 Belgische frank voor, maar je moest je echt doodwerken. Geweldige tijd!
Veel van die muzikanten vonden dat blijkbaar ook wel grappig dat er zo’n kleine snotneus rondliep die precies de juiste vragen stelde, dus je geraakte ook wel af en toe aan de praat met die mensen.
Ik heb daar heel leuke ervaringen opgedaan.
Toen ik 19 werd vroeg Luc of ik les wou geven in de Strings&Things.
Plotseling had ik een klein inkomen door les te geven, zonder dat had ik het niet gedurven om naar het conservatorium te gaan denk ik.
Je deed geen muziekschool, maar ging na een tussenstop Pol&Soc naar het conservatorium in Brussel? Hoe raakte je daar binnen? Wat was dan je voorbereiding daarop?
Alles was toen precies vooral heel moeilijk en traag. Naar het conservatorium gaan dat was zoals een reis naar Mars ondernemen!
Het schijnt dat dat bestaat en dat je daar jazzgitaar kan volgen, maar je kent niemand die dat echt weet of kent.
Je moest toen naar de inlichtingen bellen en dan stuurden ze alle informatie op via de post, en dat duurde dan 2 weken. (lacht)
Echte notenleer had ik nog nooit gehad, maar ik had wel al op eigen houtje heel veel muziekboeken gelezen en zelfstudie gedaan.
Dus op het ingangsexamen kon ik de bolletjes wel juist zetten, maar de eerste solfegeles was een echte catastrofe!
Ik heb heel hard moeten werken om dat recht te trekken!
Zijn er dingen die je muzikaal bereikt hebt waar je super trots op bent?
Ik vind het gewoon al echt waanzin dat mensen mij vragen tout court… omdat ik me dat nooit had kunnen inbeelden.
Ik had nooit echt de ambitie om op te treden en dacht dat ik in het beste geval zou overleven door wat gitaarles te geven ergens in een achterkamertje. Maar ondertussen heb ik met mijn gitaar van Japan tot de Caraiben en van het hoge noorden van Lapland tot midden de Sahara in Libië gespeeld. Ik heb met ongelooflijk getalenteerde en grote muzikanten kunnen spelen en dat went eigenlijk nooit.
Ik ben uiteindelijk maar ‘een jongetje van Oostende’ die een beetje gitaar speelt hé. (lacht)
Ik ga bijvoorbeeld met Stan binnenkort weer sportpaleizen spelen, wie had dat ooit gedacht dat ik in een sportpaleis zou spelen? Ik niet in alle geval. (lacht)
Waar is het dan allemaal écht beginnen lopen?
Het is eigenlijk door Jo Cassiers dat de bal echt aan het rollen is gegaan.
Ik was een paar keer meegegaan met hem als roadie bij Kid Safari.
Hij speelde toen ook bij Bart Van den Bossche, en toen hij daar mee stopte stelde hij mij voor aan Bart.
Je moet soms ook wat geluk hebben in die branche. Ik denk dat dat toen mijn kantelmoment geweest is.
Je bent toen bij Bart beginnen spelen?
Bart speelde toen heel veel in die periode, dus ik had plots heel veel optredens en ik verdiende toen voor het eerst echt geld als musicus. Dat was toen 6000 belgische frank per optreden. Dat was een fortuin voor mij! Ik kon me een auto permitteren, en belangrijker: meer gitaren kopen!
Ik ging toen nog naar het conservatorium en dat ik daar plots zoveel optreedde werd niet zo goed onthaald.
Mijn eerste optreden met Bart was de Nekka Nacht, toen nog in Flanders Expo en dat kwam toen op tv.
Dat vonden ze op het conservatorium niet kunnen. (lacht)
Maar het bleef niet bij Bart alleen?
Neen. Een beetje later belde Yasmine mij plotseling via Strings&Things dat ze wat gitaarles wou, dus zij kwam toen wekelijks bij mij thuis langs.
Toen haar gitarist stopte vroeg ze aan mij om bij haar te komen spelen.
Dus toen had ik plotseling én Bart én Yasmine. Ja, toen was ik een kleine rockster hé (lacht).
En sindsdien is het nooit meer gestopt.
Zijn er dingen die je nooit meer zou doen? Zo ja, welke?
Ik heb veel slechte of minder leuke dingen gedaan. Maar het is een moeilijke vraag, moet je ze daarom niet doen? Misschien zijn die ervaringen belangrijk? Geen idee… Het brengt een mens al snel naar het ‘kunstenaar versus vakman’ dilemma.
Ik was begin 20 en luisterde naar John Coltrane en als ze dan bellen om ‘de heuveltjes van Erika’ te komen spelen, ja, het kon toen niet verder uit elkaar liggen…
Op termijn begin je dan keuzes te maken. Soms gebasseerd op mindere juiste redenen.
Hoezo?
Ze bellen je om iets te doen waar je eigenlijk geen affiniteit mee hebt, maar het streelt je ego dat ze je bellen en je kan er ook geld mee verdienen. Dat zijn waarschijnlijk de 2 meest stupide redenen om iets te doen, maar dat is de keuze die je maakt. Maar beetje bij beetje begint je parcours zich te vormen, en word je wie je uiteindelijk bent.
Ik heb sowieso een prijs betaald voor bepaalde keuzes, maar over het algemeen sta ik er redelijk filosofisch tegenover. Op dat moment was dat waarschijnlijk wat ik moest doen. En ik ben eigenlijk best blij waar ik ben terecht gekomen, ik ben een gelukkig man. (lacht)
Dus je hebt eigenlijk nergens spijt van?
Van sommige zaken heb ik zeker spijt, maar dat neemt niet weg dat ik ze waarschijnlijk terug zou doen moest ik het allemaal kunnen overdoen. (denkt na) Maar als ik hierover nu nadenk ervaar ik vooral spijt omdat ik sommige zaken beter had kunnen doen, of anders had kunnen aanpakken, of mij ergens beter had kunnen gedragen terwijl ik het altijd wel goed meen. (lacht) En dus niet echt spijt omdat ik bepaalde zaken heb gedaan.
Welke muzikanten inspireerden je als jonge muzikant?
Ik heb veel idolen gehad en nog steeds! Bill Frisell vond ik bijvoorbeeld waanzinnig als gitarist/componist. En zonder Malcolm Young was ik –zoals verteld-nooit gitarist geworden. Toen ik professioneel (in mijn hoofd) met muziek bezig begon te zijn was Miles Davis heel aanwezig in mijn leven. Maar ik hou zoveel van het instrument dat ik een grote liefde heb voor heel veel gitaristen. Liefst hebben ze een zeer persoonlijke stijl en meestal is er ‘een hoek af’. De lijst is zeer lang…(lacht)
Wat brengt de toekomst nog op muzikaal vlak?
Tgoh, het is druk. Stan en de sportpaleizen komen eraan, er is een tournee met ‘cabaret’ bezig, dat is vooral in Frankrijk. De nieuwe plaat van Barbara moet afgewerkt worden en daarna komt er uiteraard een cc-tour met haar.
We zijn ook volop bezig met de Kleinkunsteiland tour en in januari hernemen Clara en ik weer even ‘Club27’.
Met het lesgeven daar nog bij zit de agenda de komende maanden dus mooi volgeboekt.
Wat is je ultieme muzikale droom?
Om gelukkig te zijn – wat uiteraard belangrijker is dan gitaar spelen- is het waarschijnlijk het tofst dat je op je ‘plaats’ zit.
En ik denk dat ik als muzikant wel weet wat die plaats is, de plaats waar ik het beste functioneer. Dat is naast een artiest binnen een project met een esthetisch kader waar ik een affiniteit mee heb als een soort gitarist-luitenant. Dus mee sturen, verantwoordelijkheid opnemen, klankbord zijn, maar niet in de spotight staan. (lacht) Yasmine noemde mij bijvoorbeeld zwansend altijd haar ‘tweede man’. De visie van een artiest mee helpen vormen is echt wel een voorrecht. Dus als ik dat kan blijven doen met artiesten die mij inspireren en die ik graag heb, dat zou geweldig zijn. Meer vragen we niet. (lacht)
Is er een artiest waar jij nog heel graag mee zou samenwerken?
Ja, heel veel. Maar om daar nu een naam op te plakken…
Awel, Chantal Acda. Daar zou ik nog wel eens mee willen samenwerken.
Die muziek ligt misschien dichter bij mij dan veel andere dingen die ik doe denk ik.
Soms mis ik het wel om geimproviseerde muziek te spelen. Dat zou terug wat meer mogen zijn. En een fijn tango orkest mag ook steeds bellen (lacht).
Je bent momenteel een plaat aan het opnemen met Barbara Dex. Je koos voor een authentieke aanpak door voor tape te kiezen. Waarom?
Goh, tape is één ding en nu niet noodzakelijk het belangrijkste. We spelen meestal zonder click en live in 1 ruimte met alle muzikanten tegelijk en nemen effectief op band op. Er is iets unieks aan (de juiste combinatie van) mensen die samen in een ruimte spelen. En muziek moet voor mij niet altijd perfect zijn. Vals kan authentiek zijn. Versnellen kan spannend zijn. Maar niet altijd, hangt een beetje af van project tot project.
Ik maak me soms wel zorgen over popmuziek, het begint soms een beetje te geformatteerd te klinken, een formule die wel al iets te vaak gehoord hebben. En dat was volgens mij nooit de bedoeling.
Dus in het geval van Barbara, zij is zo’n goede zangeres, bijgevolg wou ik voor haar effectief een zeer authentieke plaat. Met haar ergens in een hoeve kruipen met een paar vreemde mannen en zien wat het geeft. Want ze heeft veel meer te bieden dan wat ze tot nu toe liet horen denk ik. En haar volgende plaat zal een heel eerlijke plaat zijn, daar ben ik van overtuigd.
I JUST MEAN BUSSINESS
Jij komt regelmatig bij ST events repeteren. Vertel eens, wat vind je hier zo tof?
Ik kom hier al heel lang. Wat ik zo goed vind is de bereikbaarheid en de ruimte die je hebt.
Zeker voor projecten zoals Stan en alles wat op in-ears is, repeteert dit heel gemakkelijk.
Je parkeert voor de deur, je hebt eten, de communicatie is vlot, …
Je bent ook streng en minutieus voor jezelf. Bijvoorbeeld laatst was ik hier een paar dagen aan een stuk en ik zette ‘s morgens altijd de deur open voor wat frisse lucht. Toen ik hier de 2de dag aankwam stond de deur al open voor ik toekwam, omdat je wist dat ik graag wat frisse lucht had. Dus je bent iemand die observeert wie wat graag heeft en zorgt dat dat in orde is.
Je biedt een product aan dat af is. Het is hier heel aangenaam toeven.
Heb je een voorkeur voor ruimte 1 of ruimte 2 en waarom?
Ruimte 2 vind ik een heel gezellige ruimte. De andere is misschien iets makkelijker als je niet met in-ears werkt, maar ik kom in beiden even graag.
Als je ST events zou moeten omschrijven in 3 woorden, welke zouden dat zijn?
Oei! Euhm…
Professioneel
Sympathiek
Performant
We put you in charge: Zijn er nog dingen die jij zou veranderen/aanpassen in de ruimtes?
Langere verlengkabels voor de in-ears (lacht!)
En als laatste: Welk advies zou je geven aan je 18-jarige zelf?
Vertrouwen hebben. Ik denk dat ik vaak wel een controlefreak ben/was en ik zou er meer op moeten vertrouwen dat de dingen wel goed komen. En ook dat ik niet mag vergeten te genieten.
Soms ben je aan het spelen en probeer je tegelijk alles te controleren, of ben je al aan het denken aan morgen, of gewoon heel moe. (lacht) Dus ik zou soms meer in het moment moeten toeven want het is toch een uitzonderlijk mooi leven.